1. Het recht van de lidstaat waaronder elke fuserende coöperatie ressorteert, is van toepassing zoals in het geval van een fusie van naamloze vennootschappen, rekening houdend met het grensoverschrijdende karakter van de fusie, wat betreft de bescherming van de belangen van
— de schuldeisers van de fuserende coöperaties;
— de houders van obligaties van de fuserende coöperaties.
2. Een lidstaat kan voor de fuserende coöperaties die onder zijn recht ressorteren, bepalingen aannemen met het oog op een passende bescherming van de leden die zich tegen de fusie hebben uitgesproken.